Laatste woorden


Liefste, want zo noem ik je, vind je
dat nu vreemd? Je naam was niet meer
op mijn lippen te bespeuren, misschien
net nog op het puntje van m’n neus,
dat vertelde ik je laatst, toen ik je
ergens tegenkwam in een verloren
ogenblik. En, liefste, vind je dat nu
vreemd? Kijk mee en zie hoe langs
de takken druppels kruipen, een
boom waarvan we samen ooit de
wortels droog hebben geschud, om
ze daarna in vaste grond met water
te besprenkelen. Nu reikt hij naar
de sterren. O ja, liefste, het is een
woord om nooit meer te vergeten,
het staat geschreven in de handpalm
van het leven, en die schenk ik je.
En, liefste, vind je dat nu vreemd?
Liefste, laat dit het eerste en het
laatste woord zijn tussen ons, laat
het een wind zijn, een waaien, een
keten die als een parelsnoer een
thuiskomst vindt. Liefste, laat dit
een zeventeken zijn dat ons verbindt,
zoals de maan soms voor de zon
schuift zodat we overdag de sterren
zien, verblind. Liefste, weet je nog
hoe we rond het vuur in vreugde dansten
tussen vonken, en hoe ze dan als sterren
vielen op het gras? Liefste, want zo
noem ik je, vind je dat nu vreemd?
Want liefste, nu je naam is uitgestorven
op mijn lippen, nu spreek ik hem uit,
nu wil ik dat je niet vergeet en weet,
nu wil ik dat je uit mijn laatste adem
nog de liefste voelt, want liefste, ja,
dat ben je wel, ik wil dat je hem spreekt,
o nu liefste.

Plaats een reactie