The Flames Of Change

This an I Ching reading inspired by something that happened two years ago. While ordening files on my computer, I stumbled on a 1min video I recorded in 2010 while attending a great joyful fire party in open air. I filmed the fire itself, but it wasn’t until now that I noticed a detail that didn’t strike me then. In the video below I included it and you can find out my thoughts & the connection with the I Ching on this remarkable coincidence. It proves to show that our vision on Time too often is limited by our restricted views on its development. Take your “time” 😉 , it’s a 22m22s video, andt that’s not a coincidence either, since afterwards I noticed it was the 22nd video I uploaded on Youtube 🙂



The Flames Of Change 🙂

Fire Dance 🙂

Wenteling

We zullen altijd in de wenteling der Aarde
Vuur doen branden, zoals vlammen door
de wind het pad van vreugde vinden, zoals
in verre horizonten stemmen klinken van
wat aan de overkant werd toegeschreeuwd,
ze slapen niet, ze slapen nooit, ze zoeken
enkel wederwoord, en oor, een Hart, een
Ziel om gaten op te vullen die  de golven
in de duinen sloegen, O, wat is het stil, zo
stil dat ik nu in je kan, je bent, je bent er
niet en toch zie ik hoe in de wenteling der
Aarde alle leven brandt.

(Geschreven op bezoek bij Paul Antipoff, 46,
reeds 18 jaar verlamd ~polio, maar een
bezield mens & schrijver met helende kracht)

ps: de foto is getrokken met flits door het venster
van het kapelletje naast Paul’s huis

Vriendelijk

Wat was je vriendelijk vandaag, nog
voor ik vroeg had je het al gegeven,
zoals je natte haar kan drogen in de
wind als je even langs golven loopt.
Wat was je vriendelijk vandaag, je
was er nog voor ik je geroepen had,
zoals een zonnestraal plots oplichten
kan terwijl de hemel zware wolken
leek te dragen. Wat was je vriendelijk
vandaag, nog voor ik aan je dacht
verscheen je met een glimlach voor
mijn vensterraam waar ik me achter
een gordijn verscholen had, zoals
de rook het vuur verhindert op te
vlammen en dan plots wakker schiet,
één vlammetje dat alle duisternis
weerstaat en hoop biedt aan wat
nog te smeulen leek. Wat was je, O,
wat was je vriendelijk vandaag, zo
vriendelijk dat het wel leek alsof
alle sterren enkel oog hadden voor
mij daar achter glas, een kamerplant
die water krijgt in alle poriën van
zijn uitgedroogd bestaan, ja, even
was ik vergeten dat het Liefde was
die je bewoog, en dat je stilte zo oor
verdovend vriendelijk kan zijn.

(foto: ooievaars die ik ontmoette on the road naar Santiago De Compostellamet mijn bus weliswaar- een magisch moment!)

Hemels Vuur

Ik start de wagen.
De grote oorlog van het spreken keer ik de rug toe en laat hem achter waar hij thuishoort: op het slagveld. Bevrijding. Opluchting. Een uur elkaar in de ogen kijken, en slechts één antwoord uitspreken… Ik reken uit en kom aan ongeveer 10 euro per woord. Zielenknijpen heeft een pijnlijke prijs. Of telt de stilte ook mee? Oorlog is een kostelijke zaak. Zwaarste kost uit het defensiebudget. Bloedgeld. Misschien schenk ik mijn woorden beter aan een goed doel. Zelfgenezing door liefdadigheid. Dat kan tellen als therapie. Terwijl ik huiswaarts keer besluit ik ermee te stoppen. Ik voel me op slag stukken beter. Nog meer opluchting. Nog meer bevrijding.  Benieuwd of dit het begin is van “een nieuwe lente”. Een nieuw geluid is er al: de wagen laat een vreemd sputterend muziekje weerklinken. Sinds ik de wereld van Paulo Coelho leerde kennen kan ik niet anders dan dit te ervaren als een teken van het universum. Ik zit op het goede spoor! Jammer genoeg denkt de motor er anders over, die geeft er nu volledig de brui aan. Er is blijkbaar een verschil in sporen. De wagen volgt een eigenzinnig spoor, volgt andere tekens, waarschijnlijk gestuurd door een mechanistisch universum, vertraagt geruisloos, terwijl het verkeer rondom steeds sneller voorbijflitst. Alle leven verdwijnt uit mijn draagmoeder. Angstaanjagend, dus snel de pechstrook opzoeken en bekomen. Stilstand. Knipperlichten inschakelen en op zoek naar de gevarendriehoek. Niet vergeten uit te stappen aan de passagierszijde, of het loopt helemaal uit de hand. En zoals zo vaak als je iets nodig hebt blijkt net dat item te ontbreken. En het houdt niet op. Alle clichés verschijnen netjes zoals het hoort: een politiewagen komt me gezelschap houden op de pechstrook. Hier kan Coelho niet aan tippen. Of meneer een probleem heeft? Ik antwoord zoals het hoort en breng waarheidsgetrouw verslag uit. Of meneer een gevarendriehoek heeft? Ze zijn sneller dan het slot van mijn verhaal. De rest laat zich raden. Boete, sleep- en herstellingskosten overstijgen ruimschoots de prijs van een half jaar zielenknijpengesprekken. Ik kan Coelho wel verwensen. Even kan het universum me gestolen worden. De tekenles was iets te expliciet. Ik knipper even met de ogen om te ontwaken uit deze droom die een nachtmerrie werd, maar ik ben wakker. Jammer genoeg.

Thuis tijd zat om alles te ontleden. Ontleden. Alweer. Er komt geen einde aan. Het onverwachte is steeds voedsel voor diepere beschouwing, ik kan me de bedenker van die uitspraak niet voor de geest halen, maar nu heb ik er niets aan. Een uur geleden voelde het alsof ik het licht zag, nu betrekt de hemel. Een wandeling kan soelaas brengen. Frisse lucht. Zuurstof. Buiten geen donkere wolken, enkel helderblauwe lucht. Het helpt. Veldslag verloren, daarom niet de oorlog. De grote is bij deze gewaarschuwd.

Tijdens het wandelen merk ik dat het windstil is. Roerloze bomen, bladeren als betoverd onbeweeglijk. Het is een vreemde ervaring. Ik zie de zon dichter naar de horizon kruipen. Ik heb geleerd dat het niet de zon is die daalt, maar de aarde die zich afkeert. Als ik stilsta ben ik eigenlijk nog steeds in beweging. Ik vraag me af waar ik me van afkeer. In de verte mijn huis. Het tekent zich imposant af tegen de avondschemering. Maar ook mijn huis is dus in beweging. Ken je dat gevoel? Alsof je het trekken en drukken van de zwaartekracht aan den lijve ondervindt. Ik denk aan hoe dieren reeds lang van tevoren weten dat er een aardbeving aankomt. Ergens in de verte hoor ik een stem uit de grote oorlog mij duidelijk maken dat aarding heel belangrijk is. Met je twee voeten geplant staan en vanuit je kruin een draad laten vertrekken, hoog de hemel in. Ik stel me voor hoe een bliksemafleider zich moet voelen. Misschien is het bij Paulus wel net zo geweest. Van alle Bijbelverhalen maakte dat op mij de grootste indruk. Je bent als kind natuurlijk wel erg ontvankelijk voor straffe kost. Maar ik kon het me perfect voorstellen. In ons godsdienstboek had men niet nagelaten het zo plastisch mogelijk voor te stellen: steigerend paard, Paulus nog met één hand aan de teugels achterover zwiepend, de andere hand geklemd rond zijn zwaard, wiekend, lucht klievend, de mond opengesperd, zijn mantel wijds wapperend in de wind. Onwillekeurig dacht ik aan Zorro, maar dat was in zwart-wit. Hier was alles in felle kleuren geborsteld, en boven hem liet de bliksemflits niets aan de verbeelding over. Later nooit nog zo’n flits gezien. Verterend vuur. Hemels Vuur. Hier was de hand van God aan het werk. Dat zag je ook, vanuit de wolken reikte een hand naar beneden, en die behoorde toe aan de grote, streng kijkende, bebaarde Wijze. Ik vond het indrukwekkend, en toen ik na school naar huis fietste, keek ik angstig, maar vreemd genoeg ook wat hoopvol omhoog. Stel nu… Maar er gebeurde niets, wolken dreven verder, deden als vanouds hun ding, en ietwat teleurgesteld peddelde ik verder. Als kind geloof je onvoorwaardelijk, alles is uitvergroot, teleurstelling voelt aan als onbegrip, als toch niet uitverkoren zijn. Hoe ouder je wordt, hoe minder impact de verhalen hebben, hoe verblinder door wat je ingeprent wordt als het enige verhaal dat werkelijkheid wordt genoemd. Het is een bliksemflits van een andere orde, één die onzichtbaar is, waar geen afbeelding van bestaat, die zich subtiel en ongemerkt door voortdurende herhaling  meester maakt van je denken, tot je het zelf gelooft. Zonder het te weten ben je verloren. Verslaafd. En mocht je nog twijfelen is er de grote oorlog van het spreken, om het laatste verzet uit te roeien, tot je gelooft dat de verslaving geen verslaving is maar je natuurlijke staat van zijn. Uit wolken valt regen. Meer niet.

De wandeling doet deugd. Ik kan genieten van een prachtige zonsondergang, die ik ervaar als geschenk. Een zonsondergang, samen met zonsopkomst, zijn de sterkste energetische momenten van de dag. Zeker als er geen wolken zijn. Een jongen op een fiets stuift voorbij en wuift me toe, ik glimlach terug. Ik kijk hem na, zou hij… Maar hij is al te ver om fietser en landschap van elkaar te onderscheiden. Trouwens: vandaag zijn er geen wolken om wat dan ook te openbaren. Ik voel weer wat stromen, ik ben weer even verzoend met het leven. Het hoeft allemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Genieten van eenvoudige dingen, je laten overstromen, meedeinen.

Ik sta weer voor mijn huis. Het is een oud huis, uit het begin van de vorige eeuw. De bakstenen werden nog ter plaatse vervaardigd. Aan de kleur ervan kon je zien hoe dichtbij of veraf ze van het vuur lagen. Harde en zachte stenen. Sommige kon je met je vinger afschrapen. Maar door de jaren en de luchtvervuiling was hun kleur vergaan tot bijna zwart. Onlangs heb ik de gevel laten zandstralen en opnieuw invoegen. Op bepaalde plaatsen was de voeg zo diep uitgesleten dat je er een hele hand kon in doen verdwijnen. Maar het huis gaf geen krimp. Zelfs een lichte aardbeving enkele jaren geleden kon het niet bewegen. Het moeilijkste was de keuze van de voegkleur. De aannemer liet me in de gietende regen kiezen uit een tiental stalen, die hij geduldig in de voegen uitsmeerde, zodat ik makkelijker kon kiezen. Uiteindelijk werd het okergeel. Ik wou iets warm en zuiders. Het resultaat overtrof mijn verwachtingen. Het zandstralen had de oorspronkelijke kleur van de baksteen hersteld: bordeaux rood, en dat paste perfect bij het okergeel van de voeg. Mijn moeder was tevreden: dat mijn huis nu dubbel zoveel waard was sprak ze gerustgesteld. Ik zou het nog vaak mogen horen. Ik betrap er me op dat ik net hetzelfde aan mijn eigen kinderen vertel. Met hemels vuur. Allicht.

De grote oorlog van het spreken kent vele hinderlagen.

(afbeelding: “Omzetting van Sint-Paulus op de weg naar Damascus”, Hans Speckaert, 1540-1577 ~ Maniëristisch schilder, Vlaanderen)

(meer: “De Oude School” ~ “De Grote Oorlog”)

Volle Maandag

O, naast jou brandt  rood verlangen, alsof
je  dit ogenblik verlichten wil. Het is nog
donker, toch klinken vroege zangers die
hier alle spreken dempen tot een fluisteren,
zo is het goed te luisteren naar wat in je
ziel geschreven staat. Mistige sluiers hangen
vochtig over de tuinen van je jeugd waarin
de  duisternis geschreven staat als in een
boek waarover nog het stof verdwaalt van
eeuwen. Zo word je langzaam wakker, er
zijn enkele letters die hierbij je ogen openen,
je dromen worden dan in deze dag gedragen
om te koesteren als aangewakkerd vuur. O,
naast jou brandt rood verlangen, alsof je
dit ogenblik verlichten wil. Zo dankbaar
is het daarin wonen , want alle weten
kan voorgoed versmelten met het lied
dat over alle graven zingt. Knielend tussen
vergeten namen wordt ongeboren hoop
geworpen in de dag van deze Aarde,
manen verzinken in het niets als alle
zonnen dit verdriet laten verdwijnen. Vier
vuren branden, en vier paren zullen deze
gloed bestendigen . O, het rood verlangen
brandt naast jou, O, dit ogenblik wordt
helder en verterend, je wandelt op het
zonlicht dat je voorbij de sterren draagt.
Plots klinkt je ander lied waarin een
schitterende liefde  openbloeit, een engel
komt zomaar op je schouder wonen, uit
alle spiegels straalt je  onzichtbare
aanwezigheid, jouw ogenblik wordt nu
het rood verlangen dat je net nog delen
wou, een bladzijde wordt omgedraaid,
je dag is eindelijk aangebroken, de vloed
is klaar de hemel in te nemen en alle
golven bedekken het gesluierd stof, jouw
dans kan nu beginnen, op deze volle
maandag straal je nu als nooit tevoren.