Rad van Fortuin (voor Alicja Gescinska)

RAD VAN FORTUIN

Niets dan
de taal
om deze gaten
dicht
te maken
en
toch is er een
vergezicht:
wie kijkt
hoort eeuwigheid,
ziet woorden
waaien uit uw
hand

Wanneer zullen wij
wandel waken
wanneer zal
dit fortuinlijk rad
de stilte tot
vergeten malen?
Als alle harten
bakens worden
van tevredenheid,
als zoete lippen
helder proeven

het schijnt wel of de kloof
hier niet te dichten valt,
de spiegel scheurt, het
aangezicht verdwijnt,
als je dan vooruit ver
de einder ziet, zal wat
bedolven onder tranen
stil gedragen wordt
je lichter maken,
je koesteren als toen je
nog zo welkom was
en zo geborgen

(Davidsfonds Toast Literair met Alicja Gescinska, zaterdag 22-01-2022, Herman Teirlinck Huis, Beersel, 12:00)

Gelukswegen

Heart and Soul

En heb je al geteld hoeveel er wegen zijn
die leiden naar geluk?

En heb je al geteld hoeveel er wegen zijn
die je bezingen kan voor je de notenbalken
van dit levenswerk kan componeren?

En heb je al geteld hoeveel ik hou van jou,
hoeveel ik je vertrouw,
hoevele malen ik je zeggen wou: “ik zie je graag”
en zei: “liefste, laten we aan tafel gaan”?

O, heb je al geteld liefste hoevele huizen
ik bewoonde en geen enkel vond
waarin het wonen zo gezellig, zo ontroerend,
zo eenvoudig was als dat van jou?

En heb ik al geteld hoevele malen ik
jouw ogen zag en daarin de brieven las
die je me schreef, die je me dagelijks schrijft
en waarin je telkens weer dezelfde zin herhaalt,
geschreven in dat handschrift dat enkel ik
ontcijferen kan?

O,
te weten dat je bij me bent,
dat je in me bent,
dat ik zo overloop van jou,
wat heeft dat overlopen nog voor zin,
want telkens als ik tel
kom ik weer bij hetzelfde uit:
er zijn drie wegen,
drie wegens slechts:
één weg die leidt naar jou
en één naar mij,
maar de mooiste weg liefste,
de mooiste weg is die
waarop ik nu in blijdschap wandel,
het is de weg van jou en mij

(foto: Sterrennevels “Hart & Ziel” ~ zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Zielnevel)

(voor de huwelijksverjaardag van J. & M., Kortenberg, 2010)

Walvismuziek – Het Groot Verlof, Leuven

WALVIS in woord en beeld. “Walvismuziek” voorgedragen als een Jonas in het decor van de prachtige muurschildering van zoon Wide (in het kader van Het Groot Verlof – Half Oogst ART 2016, Leuven ).

Een walvis heeft de school verlaten,
de regen kleurt de hemel groen
en tussen wolken drijft verlangen
dat nog een droom wil vinden.
Ik heb een bloem gezocht,
ik heb ze niet gevonden,
dacht aan een bloem en dacht aan jou,
ik heb je niet gevonden.
Uit alle wonden heb ik duisternis
verwijderd, uit alle kloven heb ik
de diepte opgevist om slechts
languit te liggen en opnieuw te dalen,
uit alle putten dronk ik van de bodem.
Ik heb een bloem gezocht,
ik heb ze niet gevonden,
dacht aan een bloem, dacht dan aan jou,
en toch heb ik je niet gevonden.
De wind waait over golven,
stuwt hen op totdat ze breken
op het strand en er een afdruk achter-
laten die al meteen wordt schoon-
geveegd terwijl de meeuwen huiveren.
Wat op het water drijft is wat verloren
werd, wat ooit geboren nooit een haven
heeft gevonden, zoals een bloem en jij,
een aangespoeld verlangen dat ooit
nog tussen wolken dreef, nu enkel door
de wind in schuim wordt weggewaaid.
Hoor nu hoe over alle heuvelruggen
de nacht langzaam een deken spreidt,
een zachte rimpeling, ogen en handen
toegedekt, verstilde lippen zuchten
naar wolken om een droom te vinden.
Ik heb een bloem gezocht,
ik heb ze niet gevonden,
dacht aan een bloem en dan aan jou,
en toen ik je dan vond werd het windstil,
een walvis heeft de school verlaten
en regen kleurt de hemel groen.

Walvismuziek (Top 100 2015 Turing Gedichtenwedstrijd)

Een walvis heeft de school verlaten,
de regen kleurt de hemel groen en
tussen wolken drijft verlangen dat
nog een droom wil vinden.
Ik heb een bloem gezocht,
ik heb ze niet gevonden,
dacht aan een bloem en dacht aan jou,
ik heb je niet gevonden.
Uit alle wonden heb ik duisternis
verwijderd, uit alle kloven heb ik
de diepte opgevist om slechts
languit te liggen en opnieuw te dalen,
uit alle putten dronk ik van de bodem.
Ik heb een bloem gezocht,
ik heb ze niet gevonden,
dacht aan een bloem, dacht dan aan jou,
en toch heb ik je niet gevonden.
De wind waait over golven,
stuwt hen op totdat ze breken
op het strand en er een afdruk achter
laten die al meteen wordt schoon
geveegd terwijl de meeuwen huiveren.
Wat op het water drijft is wat verloren
werd, wat ooit geboren nooit een haven
heeft gevonden, zoals een bloem en
jij, een aangespoeld verlangen dat ooit
nog tussen wolken dreef, nu enkel door
de wind in schuim wordt weggewaaid.
Hoor nu hoe over alle heuvelruggen
de nacht langzaam een deken spreidt,
een zachte rimpeling, ogen en handen
toegedekt, verstilde lippen zuchten
naar wolken om een droom te vinden.
Ik heb een bloem gezocht,
ik heb ze niet gevonden,
dacht aan een bloem en dan aan jou,
en toen ik je dan vond werd het windstil,
een walvis heeft de school verlaten
en regen kleurt de hemel groen.

Vloed 088b

Dit gedicht haalde de Top 100 van de Turingwedstrijd 2015. Winnaars dat jaar waren: 1. Else Kemps, 2. Geert Viaene, 3. Joyce Willemse. Proficiat! Zie het juryrapport over hen hier: “Turing Gedichtenwedstrijd 2015“. De volledige lijst van dichters is te vinden in de “Hall of Fame” van de Turing Foundation.

afbeelding: “Vloed”, F. Vercnocke, olie op doek, 70x80cm. 

Kookaburra

De wind gaat langzaam liggen,
een laatste zucht, een koppel
wilde ganzen maakt gebruik
van deze ademtocht om sierlijk
neer te strijken op het bijna
rimpelloze water, dit is
een zielentocht, een haperen,
het schateren van stemmen
klinkt misplaatst, de veerman
trekt de kabels strak, waarom
verblijven wij in deze tussenstad,
dit twijfelen tussen oevers, het op
en neer gaan van dit vloeien, en dan
die stemmen, O, die stemmen,
zij snijden als gewette messen
in dit Avondland,
vaar mij, vaar mij naar de overkant,
het land van zacht vertoeven,
niet meer hoeven,
enkel dan jouw armen en
je schoot waarnaar ik terugkeer
op die zachte ademtocht,
die laatste zucht
om sierlijk neer te strijken,
aan te meren
in jouw rimpelloze
Zee van Stilte.

(Sint-Amands, zondag 20 september 2015, 17:30 aan de Scheldebocht, bij het graf van Emile Verhaeren)

ps: “Kookaburra” is de naam die de Aboriginals (Australië) geven aan de “lachvogel”, tevens de naam van het schip dat ligt in de bocht van de Schelde bij Sint-Amands, zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kookaburra

WP_20150920_008

Deze foto werd genomen door Hermine & Eddy, bij het graf van Emile Verhaeren aan de Scheldebocht te Sint-Amands. “Toevallige” vriendelijke en hartelijke voorbijgangers, zodat het gedicht dat ik wou schrijven moeiteloos uit mijn pen vloeide! Dankje! 🙂