Vingers worden door de wind gekromd, vleugels van verlangen waaien over, en twee over twee dansen de schaduwen op de tonen van een afscheidslied, enkele wandelaars sporen verder het is een tafereel in een zonbeschenen land waar het vertoeven is tussen de lotgenoten van het ogenblik en zij reist verder ze rolt van hier naar daar tussen twee ijkpunten die op de landkaart van dit welbevinden achteloos en zonder nadenken het speelveld bakenen waarin de wind verdeelt en heerst twee over twee zo is het wandelen hier ingekapseld als boeien drijvend op een wereldzee.
(cafetaria De Plas van Rotselaar, zaterdag 5 februari 2022, 14:14 > 14:25). Merel en Liselotte zitten op een aanlegsteigertje aan het meer, midden van het beeld in de verte, nauwelijks te onderscheiden).
Niets dan de taal om deze gaten dicht te maken en toch is er een vergezicht: wie kijkt hoort eeuwigheid, ziet woorden waaien uit uw hand
Wanneer zullen wij wandel waken wanneer zal dit fortuinlijk rad de stilte tot vergeten malen? Als alle harten bakens worden van tevredenheid, als zoete lippen helder proeven
het schijnt wel of de kloof hier niet te dichten valt, de spiegel scheurt, het aangezicht verdwijnt, als je dan vooruit ver de einder ziet, zal wat bedolven onder tranen stil gedragen wordt je lichter maken, je koesteren als toen je nog zo welkom was en zo geborgen
Me, my father and my sister at Koksijde Beach (Belgium) in the summer of 1957 filmed by my mother. The 8mm camera (a Kodak Reliant handcam) was a gift from her brother (my godfather) at my birth.
Not so much has changed in the way children enjoy this beach playing and getting amazed on what is to be found in the shallows of the breakwater. 😎😍
Music and vocals by Bert Evens (see: “Shantum. Peace through Food & Mucic“, lyrics from my poem “Reconnected“.
Konden wij reizen, gij en ik, o geliefde mijn, verre van nood en pijn, op een broos getuigde brik of een blanke brigantijn, dan zouden wij saam, wij beiden, de bevende zeilen spreiden en stevenen, vredig en vrij, de deemstering voorbij.
Aan een morgenlijke kust zouden wij ’t anker haken, en zalig ontwaken smarten onbewust.
Louter azuur en zon-verloomd, een blauw blazoen met goud doorboomd glanst hier de zee: de aarde met ooft en sappen mild, bloeit welig wild, in rood-koralen gaarde praalt de bedaarde rijk geschubde vis. De nachten geuren bloemenfris.
Maar ach, wat zou geliefde mijn, zonder nood, zonder pijn, onze liefde zijn?
(Tekening + gedicht + aquarel 35/27cm door Ferdinand Vercnocke, Gevangenis Antwerpen Begijnenstraat, 1947)
Het lied “Gelaat” van Bert Evens (Shantum) inspireerde mij om vaders gelaat (dichter-schilder Ferdinand Vercnocke 1906-1989) van bij zijn geboorte tot zijn overlijden in beeld te brengen, ‘van aangezicht tot aangezicht’. Dit lied begint met het vers: “Vertel me een verhaal met jouw gelaat”. De soundtrack van de video eindigt met het (toepasselijke) lied “Inspiratie”. Dat is een gedicht van Felix Timmermans (“De Geest waait waar hij wil… Hij is in ons! In ons! Zo is het goed!”) uit “Adagio”, geschreven tijdens zijn laatste levensjaren (1945/1947) toen hij al erg verzwakt was, maar zijn woord bleef krachtig en hoopvol. Bert heeft dit gedicht lichtjes bewerkt, aangepast aan muziek en zang: “De adem des levens waait waar hij wil, en staat nooit stil… zo is het goed”. Een “Pinkstergedicht”. De video duur 7 minuten. Het maken en editen duurde ‘iets’ langer. Voor wie achtergrond en duiding wil bij deze beelden: zie “Familiegeschiedenis” ( = de biografie van mijn ouders)
INSPIRATIE (naar Felix Timmermans)
De adem des levens waait waar hij wil en staat nooit stil, nu eens bij u, dan bij een ander, waarom bezien wij toch zo elkander? Zie, wat bij u is, is bij mij, ’t komt uit hetzelfde klaar getij, gelijk de waatren van de beken zich voeden aan dezelfde stroom, of uit dezelfde bronne breken. wij zijn de takken van één boom, van ’t zelfde huis de gangen, de aders van het eendre bloed. Zo is het goed, ja zo is het goed. En of de geest met vlam en zangen bij u nu, dan bij mij verwijlt, of weer verterend naar een ander ijlt, de adem des levens is in ons, de adem des levens inspireert ons. Ja zo is het goed, en laat ons stil zijn en beminnen. ++++++++++++++ PS In een interview over Hugo Verriest, afgenomen door Aragorn Fuhrmann (ADVN – archief voor nationale bewegingen) met Romain Vanlandschoot, de biograaf van o.a. Rodenbach, Verriest en Verschaeve, antwoordt hij aan het slot op de vraag welke insteek hij gebruikt voor zijn biografieën:
“Ik heb me altijd gespiegeld aan één van de laatste uitspraken van Verschaeve: ‘Ik wil dat er over mij gesproken wordt in waarheid en rechtvaardigheid’. En dat is in feite de enige zin die me altijd bijblijft wanneer ik aan een biografie begin. Het moet de waarheid zijn en het moet gerechtvaardigd zijn. En het persoonlijk subjectieve komt daar volgens mij eigenlijk niet bij kijken. Je verraadt al schrijvende toch wie je bent, en de snuggere lezer snapt dat wel, wat er tussen de lijnen zit. Ik moet die lijnen niet aanvullen. De biografie spreekt voor zich en alleen voor zich.”