Fluisterverhaal

Circle 085

Dat ik de sterren liefheb of de zon
is geen geheim, dat ik de maan bemin,
de schemering, het ochtendgloren,
de zachte wind over de golven:
ik strooi dit alles uit in alle talen,
maar jouw verhaal fluister ik slechts,
het is gedeelde vreugde, een diepe bron
waaruit het water stroomt waarin wij
steeds opnieuw geboren worden.

Dan

O ja, ik weet het wel, als alle klokken luiden dan
zal de Tijd gekomen zijn, en zachtjes loop ik dan
ik loop heel zachtjes naar beneden dan, en ja dan
kies ik tree na tree, tot ik je ogen vind en dan ja dan
hoor ik je stem en voel je blik, heel langzaam dan
zoals die over heel mijn wezen, heel mijn leven dan
zich uitspreidt als een gouden mantel, en pas dan,
dan kan ik je bedanken, je nogmaals danken dan,
ja, dan ben ik klaar, je mag me komen halen dan,
want dan, dan valt volkomen alles stil, en open dan
een openbloeien dan, in Licht, zoals Je Woord, dan
weten wij wat heel die Tijd in ons geborgen, nu dan
zich ontvouwen kan, zo Vredevol, in Vreugde dan
zich plots kan openbaren, zoals die Ster, die dan
Jouw Licht verhelderde, zodat wij, stervelingen, dan
opgenomen worden, opgelicht, opgelost, dan, ja, dan

afbeelding: klokkentoren Saintes-Maries-de-la-Mer, Provence, Frankrijk, zomer 2008

Vonk

Er is een vonk die in ons Hart
van Vreugde spreekt en die daar
werd geplant door Handen die
onzichtbaar voor het blote oog
Hun Liefde uitstrooien in rode
regenbogen van eeuwigdurend
Vorstelijk Vuur, er is een Vonk
die wacht op onze handen om
dan samen te ontbranden, er is
een Vonk, die Vuur zal worden,
vlammend van vervuld verlangen,
herinnering aan Handen die in
Voortdurende Aanwezigheid alle
Hoop en alle Liefde dragen, en
daarin het Vuur dat alle tranen
oplost, heelt, genezing brengt,
ons over alle tijden heen tot aan
de Hemelpoorten voert, vervoerd,
tot de ontmoeting met het Ene
enigmakend Vuur, waarin het
Woord wordt opgenomen en
ons spreken dan verstilt tot een
dankbaar gebed van  overgave,
in herkenning van wat altijd
Is, en nog zal Zijn als wij dit
Huis verlaten, er is een Vonk
die in ons Hart van Vreugde
spreekt, een Vonk die  wacht
op onze handen om samen te
ontbranden.

Zonlicht

 

Deze dag draagt zonlicht zoals  nooit
tevoren, alles baadt in licht, het is een
helderheid die enkel ’s nachts in dromen
schitterde, daar kon ik het geloven, O,
en nu dan, nu dan zomaar overdag, terwijl
ik langs het water wandel, weerspiegelt
al dat nachtelijk mooi zomaar voor mijn
ogen, nu moet ik wel geloven, nu moet ik
wel geloven dat jij opnieuw geboren bent,
dat jij, zoals die zonnestralen, mij draagt,
mijn dag en elke dag verlicht, zelfs zonder
vragen, O, ik wist het wel maar durfde
niet geloven, ik durfde niet geloven dat
jouw Liefde, dat jouw adem mij al droeg
nog voor dit Licht mij kon bereiken en
ik schreeuw het uit van vreugde: deze dag
draagt zonlicht zoals nooit tevoren, en
dank zij jou voel ik me nooit verloren.

Woordenspel

Wie speelt zoals een kind met woorden
ontvangt de rijkdom van de taal.
Het tovert uit een hoed vol wonderen
en toont de vreugde van het leven.
Het knutselt letters en schudt
de toverkijker in wentelend patroon
van kleuren, licht en luister.
Kijk: daar gaat mijn moeder, vader,
broer en zus, daar schijnt de zon
en lacht de maan, daar loopt
mijn lief en tuft het treintje over
de daken  van de buren.
Wie speelt zoals een kind met woorden
ontvangt de rijkdom van de taal.
Zelfs ongeboren liggen de letters
als  aanwezigheid geborgen in
de lege ruimte van het slapen.
Terwijl het schapen telt ziet het
hoe in de verte  reeds de wolken
aan het span verschijnen, hoe
zij de hemel indekken, hun koetsen
gedreven door de wind. En in
dit sprookje leven zij, verder dan
dromen kunnen dragen.
Wie speelt zoals een kind met woorden
ontvangt de rijkdom van de taal.