Bron

Toen ik het water zag wist ik geen blijf
met de tranen die maar bleven stromen,
een rivier naast de rivier,
alsof een nieuwe bron zomaar ontsprong,
verdriet dat lang in diepe kloven,
krochten en gewelven kronkelde
alsof het water dacht te zijn,
maar toen het plots naast de rivier
dan eindelijk tevoorschijn kwam
bleek het de adem van het leven zelf te zijn,
dat wonderbaarlijk altijd durend kloppen
van een dooraderend bestaan,
zonder begin en zonder einde
dit weten en dit water samen
zorgen voor een nooit vergeten.

Lourdes, februari 2010

Plaats een reactie