Grote Wende

Proef, proef nu je adem
en vertoef dan in de velden van de hoop,
loop hoog, duik diep in hemels van verlangen,
drink, drink gulzig, onbevangen,
laat alle ballast vallen,
het oppervlak binnen bereik,
verlaat het nest, verlaat het nest
een nieuw ontwaken werd geboren, O
proef, proef nu je adem,
spreek het uit, geloof dat duisternis
slechts aanloop naar dit weten was,
dat je uit diepe slaap gewaaid bent,
ontvangen in de open armen van de wind, O
proef, proef nu je adem,
laat hem golven en wees onbevangen, ga,
wees opgenomen, welkom in de Grote Wende
die zich in je keert,
die niet meer te ontkennen is,
zoals de vogels fluiten en van tak
tot tak hun lied laten weerklinken,
oorverblindend: kijk,
proef, proef nu je adem,
en hoe die op en neer over de golftoppen
het schuim doet opspatten,
wees niet bevreesd,
het is klaroengeschal,
het Nieuwe Leger dat ten strijde trekt,
de boeien los
en alle vuurtorens bakenen met lichtpijlen
de nieuwe zonnewende van dit onbekend seizoen,
proef, proef nu je adem,
laat hem schallen,
maak alle stilte wakker,
er zijn nieuwe wetten die de droom hebben verlaten,
zij vleugelen over dit onbetreden niemandsland,
vrees niet,
verwelkom nu dit eeuwig leven aan de dood voorbij,
geniet van onvermoede paradijzen,
lichtjaar ben je geworden, O
proef, proef nu je adem,
smaak de zoete geur van overwinning
die je zonder slag of stoot
en zonder bloedvergieten aangeboden wordt,
je hoeft niet meer te twijfelen
want alle zoeken is nu opgelost in dit oneindig duren,
een blijvende aanwezigheid,
gooi alle trossen los,
dit is de Grote Wende,
wees paraat,
geen achterblijven meer,
verblindend Licht zal alle leed verteren,
en uit de asse zal één Lans verschijnen
die de banier zal dragen
van een weerloze omwenteling, O
proef, proef nu je adem
want hij zal je dragen,
ver voorbij je hunkeren, O ja
de Grote Wende is opnieuw geboren,
en draagt de vruchten van onstuitbaar mededogen,
het teken van heropstanding,
de adem van herinnering,
vergeet, vergeet,
gebed in Liefde overstroomt de hemel.

 (foto’s: zonsondergang, Schelde, Antwerpen)

Verbinding

En mocht hier niet de leegte  zijn die ons verbindt,
waartoe dan dienen deze deuren, deze muren
waartussen wij verblijven, drinken, samen dansen ?
En mocht hier niet de stilte zijn die ons verbindt
waarin ons spreken ruimte vindt, hoe kunnen wij
elkaar begrijpen ?  En mocht hier niet de weerklank
zijn die ons verbindt, die wij ontvangen waarheen
dan dragen onze zinnen ?  En mocht hier niet jouw
lichaam zijn dat met het mijne zich verbindt, dat
samenvloeit in deze stroom hoe kunnen wij dan
voortbewegen ? Het is de schakel die de ketting maakt
het stilstaan dat beweging brengt het woord dat tot
geboorte leidt.  Want mocht het niet de liefde zijn
die ons verbindt wat is het dan ?

 

> zie ook: Gezongen versie (2015) en lange versie ( November 2017)

Verliefd

 

Voorover buig ik me tot ik je ogen
zie, steeds dichter raak ik jou tot
in de spiegel van je ziel, ik wankel
even en word lichter steeds maar
verlichter tot ik zweef, een dansend
vlammetje dat in de kamer van je
hart een zonnetje laat schijnen,
o, nu zie ik je, ik zie je graag, zo
graag dat vonken spatten overal,
een vuurwerk  tussen twee verliefde
koninginnevlinders die fladderen
op zonnestralen. Je lacht naar mij
en wordt een  regenboog die met zijn
armen naar mijn lippen reikt om er
dan neer te strijken, op vleugels van
een warm verlangen, o, ik hou van
je , ik hou zoveel van je , mijn bloed
valt niet te stelpen zo vol ben ik van
jou, en nu  loop ik over, over, en zelfs
dan nog vang  je al die overvloed  in
de spiegel van je ziel waarin je ogen
schitteren als parels, en zo word je
een schat, ja, jij schat, mijn schat, ik
vond de sleutel diep verborgen, diep
weggeborgen in de kamer van mijn
hart, waarin je nu het zonnetje laat
schijnen, hier aan de oever, aan de
rand van deze spiegelende waterkant.

Onderstroom

boomring1

En als ik je dan zie voel ik de onderstroom,
die  sterker dan de golf  de diepte schuurt,
mijn wezen raakt,  beroert, zoals de  traan
die opwelt uit de bedding van de ziel,
zuiver, helder en ontdaan van alles
wat het oog vertroebelt en het hart bezwaart,
verlichting brengt,  de enige getuige
van wat daar op  de bodem leeft.

(foto: boomdoorsnede, jaarringen en knopen van takken)

Vuurtoren

 

Ben ik het Noorden kwijt dan kijk ik naar
het Zuiden, en als ik in het Westen woon
weet ik het Licht aanwezig in het Oosten.
Zo ben ik altijd thuis. Zoals een windroos
waai ik door dit leven , adem regenbogen
word gevangen in een spel van woorden
tot jij me in je ogen vangt, mij leest, mij
laat geboren worden, hoe kan ik dan niet
van je houden? Als alle licht verdwenen
is ben ik er nog, want met je handen laat
je me ontbranden, en met je lippen wakker
je me aan, je adem voedt verlicht verlangen,
in al mijn spiegels laat ik je bestaan, tot ik
mezelf weerspiegeld zie, een zonnestraal
gevangen in dit vurig weten en ik wijs je
aan, zo ben ik niet, zo ben ik altijd thuis.