Zal ik je een Geheim vertellen, of zal
ik er stilletjes vanonder muizen, zoals
de wind die zomaar liggen gaat, of
als de donder die zomaar zijn echo
laat verdwijnen? Misschien zoals de
regen die zowaar vergeet de grasmat
te bevochtigen, of als de zon die plots
begint te stralen en haar warmte bij
zich houdt? En zie hoe sneeuw valt
maar dan toch besluit niet wit te zijn,
onzichtbaar wordt, niet op te lossen
maar duidelijke woorden achterlaat,
net zo dan dit geheim, dat zich nu
openbaart en open bloeit, zoals een
bloem, die enkel door haar geur nog
te ontdekken valt, of zoals Liefde , stil
en daarom toch aanwezig. Zo zal ik
ook verdwijnen, laat deze woorden
achter, je lezen zal mij wel ontwaken.
Regenboog
De zon breekt telkens weer doorheen de wolken,
zoals de regen nooit lang op zich laat wachten
als gedreven door een aanwakkerende bries de
witte rookgordijnen donker worden. Ontelbaar
bevolken ze de hemel soms, ontembaar schuiven
ze over elkaar, en in elkaar zoals gerijde legers
hun slagorde verliezen als vriend en vijand
elkaar treffen, niet meer te onderscheiden zijn.
Weerklinkt een donderslag volgt doodse stilte,
die ruimte maakt voor nieuwe mokerslagen op
het aambeeld van de strijd. En plots verschijnt
de regenboog: wie heeft er dan nog pijlen? Enkel
de zon, die telkens weer doorheen de wolken breekt.
(afbeelding: Wissant, Nord-Pas De Calais, Frankrijk)
Brievenkus
Eerste Liefdesbrief (Armand Van Assche)
“De brieven slapen nog
met hun lippen verzegeld
maar ik lig allang wakker
als de postbode komt
de kleppen van zijn tas opslaat
en gevleugelde woorden loslaat.
Op mijn tenen loop ik naar de bus
en leg mijn oor dicht tegen haar aan.
Ik hoor leven bewegen
tussen de regels,
gewriemel, hartkloppingen;
ik hoor een klapzoen
en een klein hart
in een lichtblauwe omslag.
Voorzichtig betast ik
de halfopen lippen van de brief
en word even rood
zo rood als een postbus
en plooi dan open,
helemaal in de wolken
zwevend op mijn verliefde vleugels.”
om te gebruiken voor publicatie ~
Leuven, Ladeuzeplein)