Dit Wit is oogverblindend, zoals de draden
van een spinnenweb, doorzichtig, ijl , fijn
besnaard, in uiterst breken ligt er een mantel
over velden van herinneringen die nu levend
worden, die verwarmen, zoals enkel een Liefde
kan die zich kostbaar in je weten heeft genesteld
als een porseleinen ring, O ja, als ik glazig word
als ik mijn kijken afleg en met zielenogen opga
in dit zinderen,O, hoe oogverblindend dan is
nu dit Wit, alsof ik het kan aanraken, als een
binden van vergezichten dat zich over alle
verlangens neerlegt als een koestering, een
glinstering, O, het is een thuiskomen, als in
armen, het is jouw aanblik, het aangezicht
van hoe je in je diepste wezen hemel voelt, een
hemel die zich uitspant over alles, over alle pijnen
heen en vreugde wordt, zoals een lach, zoals
die op vergeten lippen zich te ruste legde, zoals
die ooit verbond, en zoals nu dit Wit, zo oog
zo oogverblindend mooi, zo zin, zo zinverbindend
zo verblindend en zo bindend.
Universum
Mijn voeten en mijn handen, mijn vingers en mijn tenen,
mijn lippen, oren, haren, mijn ogen en mijn wangen,
mijn knieën en mijn neus, tot in mijn ellebogen, zolen
en het puntje van mijn tong, het beweegt,scharniert en
viert, het is een symfonieorkest waarvan ik Meester
ben, en dagelijks lees ik de partituur waarvan ik alle
noten ken en alle balken waar ik moeiteloos op dans,
waarop het zalig wiegen is, zoals een koorddanser
behoud ik schijnbaar zonder inspanning het evenwicht,
ik zing in alle tonen alle stemmen, steeds in perfectie
afgestemd, mijn enig uniek levenslied, schater het uit
om even later een veelbetekenende stilte in de ruimte
van het zijn te laten vallen en dan zie ik jou en ik word
meteen opgenomen in een sterrenzee, een oceaan van
zinderende lichtjaren, o, ver voorbij de horizon van
cirkelende melkwegstelsels want wat ik zie is oog
verblindend, alsof met sterren wordt geschreven hoe
de zon niet verder reikt dan deze vinger die wijst naar
wat wordt aangekeken, en zo heb ik dan nu het Al in
handbereik, en voor het grijpen. Nu ik je zie: wat ben je
oogverblindend, alsof je Hart begint te schitteren als
een pasgeboren Ster, niet ver, maar zo dichtbij, ja
binnen handbereik, klaar om geplukt te worden als
een rijpe vrucht, je zucht, ik voel de ijle rimpeling
zoals die in de lucht nu rondom mijn haren trilt en ja,
zo oogverblindend heb ik het nog nooit geweten, alsof
er slechts een ladder nodig is om dit gezicht van ster tot
ster, van oog tot oog in Liefde te verbinden, ja werkelijk,
als alle muizenissen voorgoed opgezogen zijn, door
zwaartekracht verzwolgen, fijngemalen tot waar het in
kometen nog wat oplicht als een slangenstaart, ja, dan,
ja dan begrijp ik hoe het komt dat jij zo plots verschijnt
aan de hemel die ik wakker denk: want mocht het niet
hier geschreven staan, zou ik nooit kunnen geloven dat
Jij het bent die met één vingerknip uit deze partituur
zo’n Vuur kan laten schitteren.
(animatie > http://nulpuntenergie.net/ )