Liefdestijd

Domi 1

Liefde kent geen tijd. Liefde is
Tijd, ze telt geen jaren, dagen,
uren, eeuwen zijn Haar vreemd,
in lichtjaren niet uit te drukken
en wij, wij plukken er de vruchten
van, wij hopen en verlangen, wij zijn
de kinderen van morgen, zij dragen
in hun Hart al de geheimen
waarvan wij het bestaan zelfs niet
bevroeden, O,
Liefde kent geen Tijd, Zij is
Tijd, Zij strooit onmerkbaar en
met gulle handen palmen diamanten
zomaar in het rond, zoals de
zandkorrels die schitteren in de
Avondzon, of door de Wind
in fijne slierten over stranden
worden uitgesmeerd, Zij kent
geen Tijd, Zij drukt zich uit
in stralen, in kralen van
geluk, zoals die ene, ja daar,
rond je hals, jouw hals, dat
tere zachte stromenland,
waar Liefde vloeit, te allen
Tijde

(Oostduinkerke-aan-zee, Zeedijk, Bruno’s Bar, vrijdag 4 september 2015, 19:07)

Beginnend

En als het einde komt wat rest mij dan
dan word ik sprakeloos want alle woorden
heb ik reeds gesproken zo vluchtig als de wind
onzichtbaar zijn ze opgelost maar, weet ik nu,
toch niet verloren want nu het einde komt
rest mij dit wonderlijk begin: herinner je
hoe ik met jou dit zandkasteel bewonderde
en hoe onmogelijk het was de zandkorrel
te vinden die het kasteel scheidde van ’t strand
zo blijven wij verenigd in dit beginnend nu
dat nooit een einde kent

(afbeelding > http://pieterjangrandry.wordpress.com/2008/10/12/erosie/)

Zand

Rainbow 155

Zoals de wind het zand schuurt tot voetstappen verdwijnen,
fijn maalt, bedekt wat ooit een indruk achterliet, werd opgericht,
zoals wat achterblijft nogmaals dan golf na golf wordt glad gestreken,
zo neemt de zee herinneringen mee tot ze in tranen dan opnieuw
verschijnen, en op je lippen proef je wat in hart gegrift door ogen
dan wordt teruggegeven, het zoute branden, en je wordt overspoeld,
vingers, handen, armen, heel je lichaam wordt bestraald als door
het wentelende vuurtorenlicht, dat tolt, en draait en keert, dat
in de zwarte nacht zich slingert dwars doorheen je diepste plooien
tot in de nerven van je aders in bloedstollend stromen,
golf na golf, tot dan de wind komt en zich zacht te rusten legt,
en je bedekt en toedekt met een zachte adem,
zo neemt de zee herinneringen mee,
en blijft het zand steeds achter als getuige.

(afbeelding: Vuurtorenrots, Nazaré, Portugal, Juli 2013)

Paaseiland

Hier sta ik stil met op mijn hand een traan tot ster
versteend,  een zandkorrel, gedragen door de wind
die aangespoeld  mijn huid vertelt dat  ver
van hier het bloed zal vloeien van een kind.

Nu droomt het nog, en woont in zandkastelen,
met tovenaars, met koningen, en keizerinnen,
met legers voor de poorten, om oorlogje te spelen,
hier kan het nog met schelpen het water overwinnen.

Ooit huisde het in een paleis, een rode oceaan,
geen vraag hoefde gesteld, geen wensen uitgesproken,
daar was er enkel vreugde, warmte en bestaan
in eeuwigheid, in tijdloos nu, gedragen, niet gebroken.

Ik wacht, ik voel hoe ver van hier wolken van zand
ten strijde trekken aan de horizon, de luchten beven,
schudden mijn broeders wakker, ik laat mijn hand
zich openen om aan de wind dit leven terug te geven.

Hier sta ik stil, en op mijn netvlies brandt,
voorbij de tijd,  het waakzaam antwoord van de zee:
“Ik laat mijn golven wassen op het strand
en ik keer terug, en neem de schelpen mee.”

(afbeelding:’Paaseiland’, F. Vercnocke, olie op doek 100/80cm)

%d bloggers liken dit: