Vlokkenwind

En draagt de regen dan verhalen, staat
in het water soms geschreven wat door
het ademhalen gedachteloos, onzichtbaar
daar wordt neergelegd, als sneeuwvlokken
die even in kristallen schitteren om dan
te worden opgenomen, versmelten, spoor
loos achterblijven en verdunnen? De wind
nam hen ooit mee, gevleugeld neerwaarts,
hier en daar nog opvliegend, je kan ze
volgen, één voor één, je wilt wel reiken
als naar sterren, zonder te verpinken, hoe
kan je dan bereiken als de achtergrond
geen houvast biedt om ze te onderscheiden?
De nacht is helder, ontelbaar zijn de ogen
die ontmoeten, die alle facetten van dit
donker weten flitsend laten bloeien, je
wilt wel door en over alle kleuren heen
de overkant ontdekken maar die duikt
steeds verder weg, je handen worden
zonnestralen die voorbij de wolken dan
de grenzen willen breken, ontsluiten wat
verborgen ligt te wachten, onbetreden,
onaangeroerd, nog niet geboren, toch
aanwezig, zijn dat naamloos is, de ene
vleugelslag die van de andere nog niet
weet waar hij naar dragen zal, nog niet
ontvouwd en toch gedragen op de adem
van de wind, zoals in één dag dageraad
en avond wachten op elkaar, zoals één
hemel alle andere overspant, zoals het
gras de dauw en boom het blad, zoals
de zee altijd opnieuw een golf, het strand
het zand om haar te laten breken, zoals
de zomer herfst en winter lente, zo draagt
het water, zo draagt de liefde het verhaal
van jou en mij

Mirakel

We kijken naar een echt mirakel,
een spektakel, monden vallen open
van  verbazing, blinden  kunnen
zien,  liefdesverdriet verdwijnt als
voor de  zon  een sneeuwvlok. Regen
weerkaatst enkele zonnestralen die
doorheen wolken priemen, als een
halo, een sfeer, het aura van deze
gelovigen die overtuigd dit wonder
wachten. O, kijk één straal verlicht
een donker hoekje, waar in een
boekje enkele letters tegenstrijdig
blinken. Als ik niet wist dat dit
spektakel zich voor mijn ogen
openvouwde, ik zou het niet geloven.
Geloof dat Liefde alle wonden heelt,
want ook al heb je nu mijn Hart
gestolen, toch klopt het nog, wat
een spektakel, een echt mirakel.

(afbeelding: wolken boven Medjugorje)

Stervend

Het is nog donker, maar alle vogels
fluiten al, alsof ze ook aan jou willen
vertellen dat de nacht slechts daglicht
is waaruit de zon zich eventjes heeft
teruggetrokken. Verduisterd zijn de
ramen, maar binnen schijnt nog licht.
Zo hoor ik nog je stem hoewel je lippen
zijn gesloten, en weldra toevertrouwd
aan het verterend vuur. Je noemt me
bij mijn naam , ik antwoord met de
jouwe. Wij weten waar we tussen de
bekende sterren moeten kijken om
elkaar te vinden. Kom , kom ,
laat ons  opnieuw over zeeën varen
in een kleine boot naast walvissen
en zeemeerminnen, laat ons opnieuw
op warme stranden aanspoelen, laat
ons nog eenmaal wandelen langs eb
en vloed. Het is nog donker, maar
alle vogels fluiten al een afscheidslied
voor verre sterren, ramen waaien open,
gordijnen worden weggeschoven, ogen
knipperen hoewel jouw lippen zijn gesloten,
handen zeggen nu zoveel meer dan
woorden, hun wuiven doet de halmen
trillen, een zachte wind die onze haren
streelt, en een glimlach drijft de kamer
uit. Wij weten waar we tussen de bekende
sterren moeten kijken om elkaar te
vinden. Wij weten dat alle weten
in het vuur verdwijnt, maar geen
vergeten wordt , want dit weten zal
het voedsel zijn voor nieuw ontwaken.
Zoals je bent voor mij, zo zal ik met je
waken.

Vlokken

Zoals dit denken opgaat in de ijle
lucht, verdwijnt in wolken om als
regen terug te keren, zo smelt
de sneeuw vandaag onder de eerste
zonnestralen. Vier duiven doen
de treurwilgtwijgen buigen, zij rusten
hier op vleugels alsof zij weten dat
hun wiegen deze boom doet vliegen.
Op en neer bewegen takken, schudden
alle wegen weg, de zuiverende wind
zorgt voor de thuiskomst van het kind
dat in geborgenheid gedragen wordt.
Als dan dit denken wordt geboren
zal het dan zijn als ochtendgloren?
Zal het dan zuiver blijven, onbezoedeld
door de neerslag van het spreken?
De indruk die het maakt laat steeds
zijn sporen na, hoe moeilijk valt het
af te schudden in een zee van stilte,
hoe moeilijk is het voor de vlok om
niet als druppel terug te keren?
Toch zijn zij allebei de kinderen van
eenzelfde oceaan die slechts de taal
van Liefde spreekt. Daarin bestaat
geen onderscheid, daaruit zweven
de woorden naar de bij hen passende
zinnen, en het verhaal ermee geschreven
is dan het denken dat kan opgaan
in de ijle lucht, om als een zachte
regen terug te keren, zoals vier
witte duiven op de treurwilgtwijgen.

Verdeling

Dacht in de blauwe hemel ooit een lijn
te zien die zon en maan verdeelden,
maar beide drinken van hetzelfde licht.
Dacht zwart en wit te zien en daarin
dan de oplossing van alle vragen, maar
beide kennen niet de warmte van een
regenboog. Dacht sneeuw te zien en ijs,
maar beide  groeien uit hetzelfde water.
Dacht hoog te zien en laag, een midden
waarop beide schommeldansen, maar
was vergeten dat er geen begin noch
einde is, tenzij het zachtjes wiegen in
jouw armen. Waarom verliest de  boom
het blad en jij vertrouwen?  Waarom
spreek je mij met mijn voornaam  aan ?
In hemelsnaam.  Dacht in de blauwe
hemel ooit een lijn te zien die zon en
maan verdeelden, maar toen de wind
kwam bleek plots alles opgelost. Wie
zonder  woorden is tekent een hemellijn,
en wacht op wind,  verbindt, wordt kind.